CW-210001
CW-210002
CW-210003
CW-210004

Curtiss Wright CW-21 Interceptor
(Warplane no. 13)
review

Auteur: Edwin Hoogschagen   
Uitgever: Lanasta/Walburg pers
ISBN: 978-94-6456-154-8
Gepubliceerd 2023
48 pagina’s, softcover, Engelstalig
Prijs  20,00 euro in Nederland.

Ontwikkeld uit de in feite civiele CW-19  uit de dertiger jaren door Curtiss Wright te St.Louis/ Robertson, Missouri, USA. De CW-21B was de lichtgewicht "jager" met hoge klimsnelheid voor de export (De USAAC had meer belangstelling voor andere types zoals de P-40 maar er was belangstelling uit China voor dit toestel waar Japan al het Chinese noorden had geannexeerd in de jaren negentiendertig. Het combineerde een lichtgewicht constructie met een krachtige motor, wat resulteerde in een uitstekende klim- en wendbaarheid, waardoor de jager snel de hoogte van aanvallende vijandelijke vliegtuigen kon bereiken en ze kon aanvallen. Het prototype werd als demonstratietoestel naar China gestuurd en er volgde een bestelling voor drie vliegtuigen, plus nog eens 32 als pre-assemblage kits. Deze zouden lokaal worden geassembleerd. Alleen de drie productiemachines arriveerden in de chaos van de oorlog en zouden nooit een echt gevecht zien. Een tweede aangepaste variant werd besteld door de Nederlandse overheid en er werden er 24 geleverd aan Nederlands-Indië. De CW-21's waren in de minderheid en kansloos toen de Japanners hun aanval op Nederlands-Indië lanceerden. Ondanks de slechte vooruitzichten hebben de piloten die ermee vliegen een goed het beste uit het toestel gehaald ...
ML-KNIL  
24 CW-21B Interceptors (oorspronkelijk voor ML (Militaire Luchtvaart) besteld, maar geleverd en operationeel in ML-KNIL Indië); registraties CW-343 t/m 366; (noot: bekend als de interceptor, de naam Demon werd nimmer gebruikt).
36 CW-22 Falcon tweezits "combat trainers", operationeel ML-KNIL, kenmerken CF-464 t/m 499;
Al in 1939 had de Nederlandse Regering belangstelling geuit voor dit type en had men (voor de ML voor inzet in Nederland) dit type vliegtuig snel in april 1940 aangekocht. Er waren nogal wat wensen voor aanpassingen met name aan de bewapening, maar ook een extra pantserplaat achter de vlieger. Vanwege de Duitse dreiging begin 1940 werd op een gegeven moment tot het uiterste gepoogd om de vliegtuigen versneld te verkrijgen. Het kwam te laat door de Duitse aanval 10 mei 1940 op Nederland. Besloten werd daarom eind mei 1940 om de al bestelde toestellen vanuit de Verenigde Staten naar Nederlands-Indië te laten afleveren voor gebruik door de ML-KNIL aldaar (in het Verre Oosten was er nog geen oorlog).  
De eerste Nederlandse CW-21B “interceptor", nu beoogd voor de ML-KNIL, vloog september 1940 bij de Amerikaanse Curtiss fabriek.  Ze werden waarschijnlijk daar al van het ML-KNIL camouflagekleuren ruwweg voorzien maar met Amerikaanse jongblad en oudblad fabriekstinten. Tussen oktober-december 1940 volgde verscheping naar Indië in kratten waarna de vliegtuigen werden opgebouwd op de basis Andir (bij Bandoeng op Java). Er moesten ook snel ML-KNIL jachtvliegers worden opgeleid en dat was een enorm probleem. In maart 1941 werd een eerste CW-21 interceptor eenheid, de 2e Jacht Afdeling opgezet met 16 kisten. Eerst op Andir en later verplaatst naar Maospati. Er waren veel operationele problemen met de motoren en diverse lekkages. Ook was de vliegduur nog geen 2 uur.  
Op 30 november 1941 volgde de oorlogs-mobilisatie in Indië en 17 CW-21 Interceptors stonden gereed op Andir (bij Bandoeng) en Tandjong Perak (bij Soerabaja). Toen Japan in 1942 Nederlands-Indië binnenviel werden de toestellen ingezet. Tijdens luchtgevechten nabij Soerabaja op 3 februari 1942 gingen 8 interceptors verloren en een paar dagen later nabij Bandoeng / Andir nog eens zo'n 3 toestellen bij een Japanse aanval. Op 10 februari 1942 week men met 6 interceptors uit naar Tjililitan. (Dat veld dat een eind buiten Batavia lag was maart 1939 een compleet militair veld geworden nadat het civiele vliegveld Kemajoran bij Batavia in gebruik was genomen). Op 24 februari werd 1 kist neergeschoten bij Bandoeng en op 3 maart een kist bij Andir. De strijd tegen Japan op Java duurde niet lang meer.
De Japanners hebben een aantal kisten buitgemaakt en later tenminste 1 interceptor gebruikt voor testdoeleinden. Na de oorlog werden wat toestellen zelfs teruggevonden op Kallang nabij Singapore.
Het boek met 48 pagina’s is van een iets afwijkend formaat, iets kleiner dan A4, maar groter dan bijvoorbeeld de bekende Osprey series, met een mooie zwart/witte glanzende cover.
Ongeveer de helft van de 48 pagina’s bestaat uit de ontwikkeling van het type door Curtiss Wright waarvan veel foto’s van de Demon. (jazeker met punt) waaronder het toestel in eerste instantie aangeduid werd. Het blijkt echter dat Curtiss-Wright refereerde aan “Demonstrator” vandaar de punt!  Technische gegevens, de bekende opengewerkte tekening, de ontwikkeling van de CW-22 en CW-23, verdere ontwikkeling van naar de CW-21B en de verkoop van de eerste toestellen aan China. Wat je niet veel tegenkomt in de algemene korte geschiedenis van het type is de inzet van de CW-21 bij de American Volunteer Group (de legendarische Flying Tigers).

Uiteraard komt uitvoerig de aankoop en de daaropvolgende inzet, niet in Nederland, maar in Nederlands-Indië aan de orde in het boek. De kleuren komen uitgebreid aan bod, met de oudblad en jongblad kleuren waarbij een aantal kleuren profiles van Luca Canossa. Met betrekking tot de geschiedenis gaat het boek hier uitgebreid op in. Kort wordt voor de lezers onbekend met de militaire organisatie in Nederlands-Indië even aandacht besteed aan de ML-KNIL (Militaire Luchtvaart Koninklijk Nederlands Indisch Leger). De plaatsing bij de vliegtuig groepen, aandacht voor de vliegers en de korte periode van daadwerkelijke gevechtshandelingen tegen de Japanners en de twee buitgemaakte toestellen door hen.
Totaal 115 zwart/wit foto’s (1 in kleur) en 11 tekeningen in kleur.

Auteur Edwin Hoogschagen (1980) bestudeert de Nederlandse luchtvaartgeschiedenis sinds eind jaren negentig en is gespecialiseerd in Fokker-modellen uit het interbellum. Zijn belangrijkste activiteiten zijn gericht op de Fokker G.1 en Fokker C.5. Sinds 2001 is hij lid van de Fokker G.1 vereniging en vanaf 2007 bestuurslid. Zijn werk is gepubliceerd in diverse Nederlandse tijdschriften en boeken

Conclusie
Het boek geeft een prima indruk en overzicht van de ontwikkeling van het type en ik denk dat voor wat betreft de Nederlandse geschiedenis er weinig tot niets is wat er over de CW-21B Interceptor niet in staat. De medewerking van onder meer Max Schep en Peter Boer staat hier borg voor met de informatie op dit moment bekend.
Ik vind het een beetje een cliché om te zeggen dat het boek in de boekenkast van elke luchtvaart enthousiast met een interesse in de Nederlandse luchtvaart niet mag ontbreken, dat moet ieder zelf beslissen en is ook afhankelijk van beschikbare financiën.        
Met twee Dora Wings modellen van de CW-21 op de markt, en een Dutch Decal set kunnen modelbouwers er zeker veel details in vinden.
Het is een goed boek over het onderwerp. Ik heb het met interesse gelezen.

Met dank aan Lanasta/ Walburg pers voor het beschikbaar stellen van het recensie-exemplaar.  

Geverifieerd door MonsterInsights